Asking and showing
the way / Giving directions
A) Language - Study the language below and then practice the conversations.
Describing locations (locaties)
Listen and repeat
de ingang: the entrance/entry |
de begane grond:
the ground floor (US: first floor) |
Indicating directions (richting aangeven)
Listen and repeat
Loop deze gang door: Walk down this passage.
Aan het eind van de gang links: At the end of the passage go/turn to the left. (take a left)
Neem de trap naar de eerste verdieping: Take the stairs
to the first floor.
U kunt beter de lift nemen: You had better use the lift.
U loopt rechtdoor: You go/walk straight ahead.
Tot u bij een draaideur komt: Until you reach a revolving
door …
In de linkervleugel van het gebouw: In the left wing of the building.
Ga voorbij de slagboom: Pass the barrier.
De derde deur rechts: The third door on your right.
Het staat op een bord aangegeven: It is indicated on
a sign.
Aan de receptie kunt u een toegangspas halen: At the reception
you can collect an admission pass.
Giving directions in a city
Het is ongeveer twintig minuten lopen: It’s about a twenty minutes’ walk from here.
Het is tien minuten met de auto/bus: It’s about ten
minutes by bus/ by car.
Ga rechtdoor totdat u bij een kruispunt komt: Go straight on until you come
to the first intersection.
Steek de brug over: Cross the bridge.
Het is tegenover Midland bank: It’s opposite Midland
Bank.
Dan ziet u het gebouw aan de andere kant van de rivier: You’ll
see the building across the
river.
Het is een kwartiertje met de metro: It’s 15 minutes from
here by Underground /metro.
Met de auto bent u er zo: It’s a short drive from here.
I ga richting het noorden/ zuiden: I’m going up north / down south.
Ik ga richting het centrum/ het platteland: I’m going downtown / down to the country.
Neem de derde afrit van de rotonde: Take the third
exit from the roundabout.
Volg de borden naar het conferentie centrum: Follow the signs
to the Convention Hall.
B) Pairwork. Practice the following conversations.
1. A) a visitor B) receptionist
(A) groet de receptionist, het is ochtend
(B) groet bezoeker - vraag wat je voor hem/haar kunt doen
(A) noem je naam - je komt de cursus telefoneren geven (telephone
training) - vraag waar het instructielokaal is (instructionroom)
(B) ga door beveiligde deuren aan je linkerhand - loop de gang uit - aan het
einde gaat u links - dan door de klapdeuren - instructielokaal is recht vooruit
(A) herhaal en bedank
(B) reageer (graag gedaan)
2. You are (A), an English speaking employee of the company, but you
work in one of the other buildings;
you know the receptionist
(B), because you visit the main building occasionally.
(A) groet receptioniste
(B) groet je collega
(A) vraag of je een toegangspas kunt krijgen want je moet naar de Algemeen
directeur (General Manager)
(B) zeg dat je er onmiddellijk voor zult zorgen (take care of) - vraag of (A)
dan wat rapporten (reports) naar de transportafdeling
meeneemt (forwarding department)
- en ook een nieuw telefoonboek voor de
hoofdboekhouder (head accountant)
(A) zeg dat je de weg naar geen van beide weet - vraag hoe je daar komt
(B) ga rechtdoor en aan het einde van de gang is de transportafdeling - de
hoofdboekhouder zit op de 1e verdieping - trap op en dan rechtsaf -
het administratiekantoor is de eerste deur rechts
- het kantoor van de hoofdboekhouder is achterin
(A) herhaal en bedank haar
3. A) foreign visitor
B) receptionist
(A) groet, het is middag - zeg dat je net uit Engeland bent aangekomen voor de
jaarlijkse bedrijfsvergadering (annual company
meeting)
(B) groet de gast - vraag naar naam
(A) zeg je naam
(B) vraag hoe de reis was
(A) zeg dat de reis prettig is geweest
(B) vraag of hij/zij de jas in de garderobe wenst te hangen
(A) bedank en zeg dat je graag je jas wilt weghangen
(B) zeg dat de garderobe achter haar/hem is
(A) bedank
(B) zeg dat je gebeld hebt en dat hij/zij verwacht wordt in de vergaderruimte
(A) vraag waar dat is
(B) neem de roltrap naar de 1e verdieping - dan rechtsaf - vergaderzaal is
recht vooruit
(A) herhaal en bedank